Hij gooit edelstenen in het bos, combineert kanaries met kaas, plant voor elke baby een boom en stuurt opruiende e-mails.
Zijn huis is groot genoeg. Maar samenwonen zit er niet in, want zijn vriendin wil geen kou lijden.
Hij voorziet de dorpsbewoners van een laatste rustplaats en laat Jezus kussen door de zon.
Ze regeert de basisschool met harde hand. De 33 leerlingen vrezen haar toorn. Net zoals de gemeente.
Hij woont pal naast de klokkentoren boven op de berg en weet alles over het drankmisbruik van de mijnwerkers.
Hij is ver over de pensioengerechtigde leeftijd. Toch sterft hij liever in het harnas dan dat hij zijn winkel van de hand doet.